Dieren passen zich aan hun omgeving en levensbehoeften aan: hoe zijn de ledematen aangepast aan de voortbeweging?
Kies het correcte antwoord voor elke vraag en duid aan.
Als je niet weet wie ik ben, plaats je de muiscursor op mij en je ziet wie ik ben.
Lopen, klimmen en springen op het land.
- Grijphanden en grijpvoeten.
- Hand is verbreed: graafpoot.
- Hand is sterk verbreed en vlieghuid erover.
Springt op het land.
- Hand is verbreed: graafpoot.
- Grijphanden en grijpvoeten.
- Z-vormige achterpoot: springpoot.
Zwemt in het water en kruipt over het land.
- Vinnen.
- Grijphanden en grijpvoeten.
- Hand is sterk verbreed en vlieghuid erover.
Vliegt in de lucht.
- Hand is sterk verbreed en vlieghuid erover.
- Vinnen.
- Grijphanden en grijpvoeten.
Kruipt in en over de bodem.
- Vinnen.
- Hand is sterk verbreed en vlieghuid erover.
- Hand is verbreed: graafpoot.